Samenwerking bij overheidsopdrachten: Combinatie - Maatschap - KBO
Intussen is algemeen geweten dat (sinds het nieuw Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) aannemers niet langen samenwerken in “Tijdelijke Vennootschap”, maar wel in “Maatschap”. Toch blijven hierover nog veel vragen en onduidelijkheden bestaan.
In die zin is een antwoord van de Minister van Justitie Koen Geens in de Commissie voor Justitie d.d. 18 september 2019 (als bijlage, vraag 4) bijzonder interesssant wat betreft de vorm waaronder meerdere ondernemingen zich dienen kandidaat te stellen resp. in te schrijven voor een overheidsopdracht, en in welke mate hiermee een inschrijvingsplicht in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) gepaard gaat.
Het antwoord van de Minister van Justitie is op twee punten relevant:
- Een samenwerkingsverband van ondernemingen die een offerte indient, is op dat ogenblijk reeds een (tijdelijke) maatschap;
- Doch deze maatschap die enkel een offerte indient, neemt nog niet deel aan het rechtsverkeer in de zin van de inschrijvingsplicht in de KBO, en bijgevolg moet deze maatschap zich op dat ogenblik nog niet inschrijven in de KBO.
Op basis van voormeld antwoord van de Minister van Justitie kan tot nader order het volgende worden besloten omtrent de vorm waaronder het samenwerkingsverband van ondernemingen moet/kan kandideren resp. inschrijven:
- Kandideren (het indienen van aan aanvraag tot deelneming) gebeurt als louter “combinatie van ondernemingen” (in de zin van artikel 8, § 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016). Op dat ogenblik is het samengaan van de ondernemingen nog geen maatschap en is er per definitie nog geen inschrijvingsplicht in de KBO;
- Inschrijven (het indienen van een offerte) gebeurt als tijdelijke maatschap, maar deze maatschap heeft nog geen verplichting tot inschrijving in de KBO. In deze fase wordt in de overeenkomst van tijdelijke maatschap best uitdrukkelijk bepaald (1) dat het voorwerp van de maatschap in de gunningsfase beperkt blijft tot het voorbereiden en indienen van de offerte; en (2) dat de maatschap automatisch wordt ontbonden indien zij de opdracht niet gegund krijgt;
- Volgens de Minister van Justitie geldt vervolgens de inschrijvingsplicht in de KBO “zodra de betrokken aannemers worden aangesteld als uitvoerder van de werken, zelfs indien de werken nog niet zijn aangevangen.” Mijns inziens dient de “aanstelling als uitvoerder van de werken” begrepen te worden als het ogenblik van de sluiting van de opdracht, aangezien op dat moment in hoofde van de gekozen inschrijver de verplichting tot uitvoering van de opdracht ontstaat.
Voor alle duidelijkheid, het voormelde doet uiteraard geen afbreuk aan de mogelijkheid dat met partners/collega’s, waarmee regelmatig wordt samengewerkt, reeds een maatschap bestaat, die reeds is ingeschreven in de KBO. Met deze reeds bestaande/ingeschreven maatschap kan uiteraard eveneens kandidatuur gesteld worden of een offerte ingediend voor een overheidsopdracht.
Meer nieuws
