Blockeel - Timmermans. Advocaten in vastgoed, omgevingsrecht en overheidsopdrachten

Windturbines in landschappelijk waardevol agrarisch gebied: (zeer) goed motiveren blijft de boodschap!

Nog maar eens een arrest van de Raad van State over de verplichte “schoonheidstoets” in landschappelijk waardevol agrarisch gebied

Dat de Raad van State het niet heeft voor het al te gemakkelijk aannemen van de verenigbaarheid van een windturbineproject met de schoonheidswaarde van landschappelijk waardevol agrarisch gebied is geen geheim.

In een recent arrest van 2 maart 2017 (arrest nr. 237.530) vernietigde de Raad van State opnieuw een besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw waarbij een vergunning werd verleend voor de exploitatie van twee windturbines in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Meer bepaald oordeelde de Raad van State:

20. Een landschappelijk waardevol agrarisch gebied is een agrarisch gebied dat in overdruk als landschappelijk waardevol wordt bestempeld. Hieruit volgt dat, in beginsel, met toepassing van artikel 4.4.9 VCRO, het niet is uitgesloten om windturbines te vergunnen in landschappelijk waardevolle agrarische gebieden. Evenwel stelt het typevoorschriftenbesluit als vereiste dat de effecten van de inplanting ten aanzien van de landschappelijke kwaliteiten in een lokalisatienota dienen te worden beschreven en geëvalueerd. Bijgevolg is de vergunningverlenende overheid bij de beoordeling of de inrichting stedenbouwkundig vergunbaar is, er steeds toe gehouden een toets op de schoonheidswaarde van het gebied uit te voeren, hetgeen inhoudt dat in de bestreden beslissing de bestaande toestand, alsook het effect van de aangevraagde inrichting op die bestaande toestand, afdoende wordt beschreven en beoordeeld.

21 (…)

Noch het motief dat het landschap reeds structureel zou zijn aangetast door een autosnelweg en bijhorende infrastructuur, noch het motief dat de windturbines van een naburig project te Bekkevoort van ver zichtbaar zijn, vormen een deugdelijke verantwoording voor de verdere aantasting van het betrokken landschap door de inplanting van een windturbine met een maximale rotordiameter van 101 meter en een tiphoogte van maximaal 138 meter. Waar de verwerende partij het betrokken landschappelijk waardevol agrarisch gebied omschrijft als “een zeer smalle strook tussen het parkgebied van het wijnkasteel Haksberg en het westelijk aanpalend natuurgebied”, negeert zij het feit dat deze smalle strook naar het noorden toe verruimt tot een groter gebied met dezelfde bestemming. Rekening houdend met de concrete kenmerken van de aangevraagde inrichting, inzonderheid de hoogte ervan, mocht de verwerende partij de beoordeling van de effecten op het landschap niet beperken tot bedoelde “smalle strook”

In een eerder arrest van de Raad van State van 26 januari 2017 (arrest nr. 237.161) had de Raad reeds haar strenge houding herbevestigd door te besluiten tot de vernietiging van de milieuvergunning voor windturbines op grond van een gebrekkig gemotiveerde overeenstemming van de exploitatie met de schoonheidswaarde van landschappelijk waardevol agrarisch.

Uitgebreid en in conreto motiveren is – zoals steeds -  de boodschap!

 

Jo Blockeel